Opnieuw twee miljoen voor Woonleningen
De gemeente Den Helder stelt, net als vorig jaar, € 2.000.000,- beschikbaar voor nieuwe Woonleningen. Met de Woonlening kunnen woningeigenaren in de meeste gevallen renteloos geld lenen voor het verduurzamen of verbeteren van hun woning.
Veel inwoners hebben inmiddels al gebruikgemaakt van de Woonlening. In totaal leenden zij de afgelopen jaren ruim zes miljoen bij de gemeente. Wethouder Duurzaamheid Peter van Diepen is verheugd over het succes van de Woonlening: “Ik ben ontzettend blij dat zoveel inwoners gebruikmaken van de Woonlening. Inmiddels is al meer dan zes miljoen euro geïnvesteerd in het energiezuiniger maken van woningen. Met de verhoging van het budget hopen we dat nog meer woningeigenaren de stap zetten. Op deze manier werken we samen aan een duurzamer Den Helder.”
Met de Woonlening kunnen inwoners geld lenen voor het energiezuinig maken van hun woning. Ook aanpassingen waardoor de bewoner er langer kan blijven wonen (levensloopgeschikt maken) en maatregelen voor asbestsanering en funderingsherstel kunnen worden meegenomen. Bovendien kan de Woonlening worden gebruikt voor het aanpassen van de woning aan het veranderende klimaat (klimaatadaptieve maatregelen).
Renteloos
De Woonlening is in de meeste gevallen renteloos. Alleen bij de Verzilverlening is dit niet mogelijk. Het minimum leenbedrag voor de Woonlening is € 2.500,-, het maximum € 50.000,-. De looptijd van de lening is tien tot twintig jaar. Een krediettoetsing is onderdeel van de aanvraag. Alle informatie en voorwaarden zijn terug te vinden op de website www.denhelder.nl/woonlening. Daar kan ook de aanvraag worden ingediend.
Vaak is de Woonlening te combineren met subsidies voor het verduurzamen van woningen. Een overzicht van alle mogelijke regelingen is te vinden via de subsidiecheck op de website van het Duurzaam Bouwloket: www.duurzaambouwloket.nl/subsidiecheck. Dit loket is bereikbaar via telefoonnummer 0223-208 000 en het contactformulier op de website. Het advies is gratis voor inwoners van de gemeente Den Helder.