Programmaplan Zorg en Wonen: focus verschuift van ‘opvang’ naar ‘wonen eerst’

Het college van B&W heeft het Programmaplan Zorg en Wonen vastgesteld. Den Helder staat voor grote maatschappelijke uitdagingen: het aantal dakloze mensen neemt toe, de uitstroom uit opvang en instellingen stagneert door een tekort aan woningen, er is een concentratie van mensen in kwetsbare situaties en de vergrijzing vraagt om andere vormen van wonen en zorg.

“Met het programmaplan zetten we als gemeente Den Helder de koers uit om samen met partners de komende jaren aan de slag te gaan met deze uitdagingen”, zo laat het college weten. Het plan beschrijft de ambitie, de doelen én de inspanningen die hiervoor nodig zijn. De centrale ambitie van het programma is “Prettig wonen met ondersteuning op maat”. Dat betekent dat iedereen in Den Helder een passende plek moet kunnen vinden om te wonen met de juiste ondersteuning als dat nodig is. Daarvoor zijn vijf doelen geformuleerd:

1) minder mensen worden dakloos
2) mensen in opvang en instellingen stromen sneller uit
3) een groter aanbod van tijdelijke en structurele woningen
4) meer grip op het zorgaanbod gericht op ondersteuning bij het wonen
5) minder concentratie van kwetsbare inwoners, een balans tussen dragers en vragers.

Gesprekken
Het programmaplan is tot stand gekomen op basis van gesprekken met inwoners, maatschappelijke organisaties, zorgaanbieders, woningcorporaties en andere betrokkenen. De komende tijd wordt het plan verder uitgewerkt en aangevuld, sámen met deze partners. Een van de meest urgente thema’s in het programma is dakloosheid. “De grote vraag daarbij is hoe we ervoor zorgen dat minder mensen dakloos zijn of worden. Nederland heeft, samen met andere Europese landen, het Lissabon-akkoord ondertekend. Daarin is afgesproken dat dakloosheid in 2030 moet zijn beëindigd.”

De focus verschuift van ‘opvang’ naar ‘wonen eerst’, waarbij een eigen woning het startpunt is voor herstel. Dat vraagt een andere manier van denken en werken van gemeenten, zorgverleners, opvanginstellingen en woningcorporaties. Om goed beleid te maken is inzicht nodig in de omvang van de groep, maar ook om wie het gaat. “Op dit moment zijn alleen de mensen in beeld die zich actief melden voor hulp of opvang, maar er is ook een groep die onzichtbaar is en vaak buiten de cijfers blijft. Denk aan jongeren die tijdelijk op de bank slapen bij vrienden, gezinnen die na scheiding bij familie inwonen of mensen die op vakantieparken verblijven. Het beeld dat dak- en thuisloze mensen op straat verblijven, klopt vaak niet. Het is tijd om dat beeld bij te stellen.”

Ethos
In 2025 heeft de regio Kop van Noord-Holland daarom een zogeheten Ethos-telling uitgevoerd. Hierbij hebben partijen zoals huisartsen, jongerenwerkers en woningverhuurders samen op één dag de mensen waarvan zij weten dat zij dak- of thuisloos zijn, in kaart gebracht. In oktober worden de resultaten van de telling bekendgemaakt.

Dakloosheid is een woonprobleem. Daarom zoekt de gemeente naar manieren om meer tijdelijke én permanente woonplekken te creëren. Een belangrijk onderdeel daarvan is het realiseren van ankerplaatsen, dat zijn kleinschalige woningen met passende zorg en begeleiding voor mensen met verward of onbegrepen gedrag. Daarnaast is een nieuwe, regionale urgentieregeling van belang met goede afspraken met woningcorporaties over uitstroom uit opvang en instellingen en aandacht voor preventie. “Ook wordt gekeken hoe we sneller meer woonplekken kunnen creëren dan nu het geval is in de reguliere woningbouw.”

Totdat er voldoende woningen zijn, blijft goede opvang nodig. De huidige nachtopvang aan de Spoorgracht is te klein en verouderd, er wordt gezocht naar een nieuwe locatie met 24-uursopvang, kamers voor langer verblijf en goede begeleiding naar (weer) zelfstandig wonen. Ook voor de Vrouwenopvang wordt gekeken naar een betere locatie die aansluit bij de huidige behoefte.