Raadslid Gerrit Kooij wil dat Helders college het vertrouwen binnen gemeentelijke organisatie herstelt

Den Helder – Raadslid Gerrit Kooij (Behoorlijk Bestuur) vindt dat het college van de gemeente Den Helder een klimaat van wantrouwen en angst heeft gecreëerd binnen de ambtelijke organisatie en de gemeenteraad. Dat is volgens hem te wijten aan de houding en handelswijze van het college in het arbeidsconflict met voormalig gemeentesecretaris Marc Pothast. Kooij wil dat het college actie onderneemt om het vertrouwen binnen de organisatie te herstellen.

Middels schriftelijke vragen heeft Kooij gevraagd wat het college gaat doen om een cultuur van openheid en vertrouwen te bevorderen, zodat raadsleden en medewerkers van de gemeente zich veilig voelen en hun werk kunnen doen zonder angst voor vergeldingen of beschuldigingen. Het college liet in reactie daarop weten dat er een directie voor de aansturing van de ambtelijke organisatie is aangesteld. “Een van de taken van die directie is vanuit goed werkgeverschap zorgen voor een veilige werkcultuur voor de medewerkers”, zeggen burgemeester en wethouders. Wat betreft de veiligheid van raadsleden, benadrukt het college in haar beantwoording dat zij daar niet over gaat. “De raadsleden hebben eigen procedures en regels”, aldus B&W.

Verder vroeg Kooij concreet welke maatregelen het college gaat treffen om ervoor te zorgen dat de volgende gemeentesecretaris, raadsleden en ambtenaren in een veilige werkomgeving kunnen functioneren en geen risico lopen om “onterecht” beschuldigd te worden van grensoverschrijdend gedrag, maar het college herkende zich niet in die vraagstelling dus gaf daar geen antwoord op. Kooij zegt dat zijn zorgen hiermee genegeerd worden en noemt dat schandalig en zorgwekkend. Ook vindt hij dat het college wegloopt van haar verantwoordelijkheid, aangezien zij een centrale rol speelt in het welzijn van alle betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie. “Bent u bereid om de verantwoordelijkheid voor de huidige cultuur van onveiligheid te erkennen en eindelijk structureel actie te ondernemen?”, vraagt Kooij nu weer in reactie op de beantwoording van het college.