Statenfractie JA 21 stelt vragen over AZC Breezand
JA 21-statenlid Daniel van den Berg zet vraagtekens bij de handelswijze van het provinciebestuur rondom de komst van een AZC in Breezand.
Er is tegen de komst van het AZC veel weerstand vanuit de plaatselijke bevolking. Een complicatie is dat het AZC komt op een plek die nagenoeg op de gemeentegrens ligt tussen Den Helder en Hollands Kroon. De plek is ook nog eens eigendom van de provincie die het terrein wil verhuren.
Van den Berg wil weten hoe Gedeputeerde Staten die rechtspositie rijmt met de publieke verantwoordelijkheid van de provincie. De provincie is immers ‘geen partij’ bij de afspraken over voorzieningen, mobiliteit en sociale impact rondom het AZC.
Het college van Den Helder schrijft op 18 september vorig jaar dat direct omwonenden en ondernemers aan Den Helder-zijde niet zijn geïnformeerd en vraagt naar ‘goede voorlichting voor alle direct omwonenden’, Volgens de beantwoording van Gedeputeerde Staten op de technische vragen van JA 21 is dit echter wél gebeurd. Hoe verklaren Gedeputeerde Staten deze discrepantie? Kan Gedeputeerde Staten stellen dat het college van Den Helder hier ongelijk in heeft?
JA 21 wil bovendien weten hoe Gedeputeerde Staten het AZC planologisch denkt te kunnen voortzetten in de wetenschap dat de bestemming van het terrein Agrarisch is.