Fractievoorzitters Den Helder: beantwoording schriftelijke vragen door college vaak ondermaats
Den Helder – De antwoorden van het college van Den Helder op schriftelijke vragen vanuit de gemeenteraad zijn (te) vaak ondermaats, vinden de meeste fractievoorzitters. Het college is het daar niet mee eens. Dat werd dinsdagavond besproken door het presidium van de gemeente Den Helder, bestaande uit de burgemeester, griffie en fractievoorzitters.
Het onderwerp ‘kwaliteit beantwoording schriftelijke vragen’ was op verzoek van Stefan Milatz, fractievoorzitter van D66, op de agenda van de maandelijkse presidiumvergadering gezet. Volgens hem zijn de antwoorden van het college op schriftelijke vragen van raadsfracties al lange tijd ondermaats. “Het gebeurt bij elke partij. Vaak zijn de antwoorden onvolledig, maar soms ook feitelijk onjuist. Het is een structureel probleem dat ondermijnend werkt richting de controlerende functie van de raad”, aldus Milatz. De D66’er had een aantal voorbeelden meegenomen naar de presidiumvergadering.
Milatz kreeg bijval van Michel Pastoor (Fractie Pastoor) en PvdA’er Ben Spandaw, die fractievoorzitter Jan de Leeuw in het presidium verving. “Je krijgt inderdaad soms antwoorden waar je niks mee kunt”, aldus Spandaw. Fractievoorzitter Edwin Krijns (CDA) was het ook met Milatz eens, vooral over het feit dat een slechte of onjuiste beantwoording de controlerende taak van de gemeenteraad ondermijnt. “Voor goede besluitvorming zijn goede antwoorden nodig. Als jullie het antwoord niet weten, zeg dat dan. Geen antwoord is beter dan een fout antwoord”, zei hij. Krijns vroeg aan de burgemeester of de situatie verbeterd kan worden door een strengere controle of betere samenwerking tussen het college en de ambtenaren.
Grote hoeveelheid vragen
Henriëtte Weerstand-Slot (VVD) begreep de kritiek op het college, maar benadrukte dat er ook een verantwoordelijkheid bij de raadsfracties zelf ligt. “Er wordt zo vaak een hele rits aan vragen gesteld, ik lees het niet eens altijd meer. Het wordt vaak politiek gemaakt. Ik snap het, want de verkiezingen komen eraan, maar we belasten de ambtelijke organisatie er ook mee. Ik doe het amper meer, omdat er inderdaad vaak nutteloze antwoorden komen, maar roepen we dat niet op onszelf af?”, vroeg zij zich hardop af. De Stadspartij uitte recentelijk ook kritiek op de grote hoeveelheid schriftelijke vragen die worden gesteld. Fractievoorzitter Nadine Gatowinas laat desgevraagd echter weten het niet eens te zijn met deze kritiek op het college.
Bouke Niggendijker gaf als plaatsvervanger van Carlo Assorgia namens Beter voor Den Helder in het presidium aan het ook kwalijk te vinden dat het college soms onjuiste of onvolledige informatie verstrekt. Vincent van den Born van de PVV en Sylvia Hamerslag van Behoorlijk Bestuur laten beiden weten ook volledig achter de kritiek op het college te staan. Ook Dina Polonius (ChristenUnie) vindt dat de beantwoording door het college in enkele gevallen ondermaats is. De fractievoorzitter van GroenLinks is genuanceerd. “De kwaliteit is wisselend, maar dat kan ook liggen aan de manier waarop vragen zijn geformuleerd. Het gaat mij te ver om te concluderen dat het vaak ondermaats is. Het is niet altijd fantastisch, ook niet altijd slecht”, zegt Marije Boessenkool. Kees Bazen, fractievoorzitter van Samen Actief, kon zich vinden in de kritiek en vroeg zich vooral af hoe het college dit zelf ziet.
Reactie burgemeester
Burgemeester Jan de Boer reageerde: “We zijn het er allemaal over eens dat de antwoorden moeten kloppen. We hebben het er vanmorgen als college over gehad en wij hebben niet het idee dat de vragen verkeerd beantwoord worden of dat de beantwoording ondermaats is.” Stefan Milatz vond de reactie van de burgemeester teleurstellend en zorgwekkend. Hij wilde weten wat het college gaat doen om de kwaliteit van de beantwoording te verbeteren. Uit de reactie van de burgemeester daarop bleek echter dat het college niet van plan is iets te veranderen. “Onze beleving is dat er een overtuigende betrokkenheid is om het goed te doen. U kunt hierover met ons in gesprek gaan. Dat kan informeel door een kopje koffie te drinken, of door een agenderingsverzoek voor een commissievergadering te doen”, aldus Jan de Boer.