De zomer van…… Cock de Vries
Nog een aantal weken en dan zit de zomer er officieel alweer op. Een zomer die voor velen in het teken staat van zon, vakantie, ontmoetingen en bijzondere verhalen. In onze reeks ‘De zomer van…’ blikken we samen met mensen uit de regio terug op hún zomer. Deze keer is het de Zomer van…..Cock de Vries uit Wieringerwaard.
Hoe zag jouw vakantie er vroeger uit?
Als klein jochie ging ik met mijn ouders en broer naar Harderwijk. Daar huurden mijn ouders een huisje midden in het bos bij melkboer Hannes. Veel kan ik mij er niet van herinneren maar wel dat je via buiten naar de wc moest. Ook herinner ik mij dat deze foto, waar mijn broer, opa en ik op staan, daar werd gemaakt. Mijn opa was toen een dagje op bezoek. Die kruiwagen reed voor geen meter, het wiel lag er af, maar voor een foto deed je in die tijd alles.
Later, toen mijn vader zijn rijbewijs had gehaald, kwam er een lelijke eend in de familie. Daar maakten we tijdens vakanties dan veel dagtochtjes mee en werd “de wereld” (lees: Nederland) verkend. Soms gingen we met zes personen met die eend op pad, vier volwassenen en een vriendje en ik in de achterbak. Zo waggelden we Nederland door.
Daarna kwam er een snoek, een Citroën ID19. Toen hadden we ruimte genoeg om met de auto langer en verder op vakantie te gaan. Nadat mijn ouders eerst een blauwe tent (zonder ramen) hadden geleend, werd er een grote oranje/blauwe bungalowtent aangeschaft. In Zuidlaren gingen we de eerste keer zelf kamperen bij een zogenaamde witte camping, dat was het begin van het kamperen bij de boer.
Het was Pasen en het vroor ’s nachts, maar je vergeet dit nooit. Het was wel de basis om later nog geregeld te gaan kamperen, zelfs in het buitenland. Het kamperen beviel mijn ouders zo goed dat we op een gegeven moment op een seizoen plaats op een camping van VaFaMil in Ermelo gingen staan. Daar mocht je een kampeerplek zelf creëren. Stond er een struik of boom in de weg, dat haalde je gewoon weg. Mijn vader kwam in de weekenden naar de camping en werkte doordeweeks op kantoor. De bossen en heide waren daar het speeldomein van alle kampeer jeugd. Er was geen animatie, zwembad of wat dan ook. Het mooie is dat je het ook niet miste.
Wat is jouw mooiste vakantieherinnering?
Dat zijn er vele, maar een die veel indruk maakte was mijn eerste vliegvakantie, halverwege de jaren 70, samen met een vriend. We vlogen naar Tunesië en belandden in Hammamet. Dat was toen nog een dorpje en alles behalve toeristisch. Toen we de vliegtuigtrap af liepen voelden we de warmte en zagen de palmbomen. We werden met de taxi naar ons hotel gebracht en reden door dorpjes waar we alleen mannen zagen in lange gewaden. We waren in een andere wereld beland.
Op een avond gingen we met een personeelslid van het hotel en nog twee Tunesiërs mee uit. We werden opgehaald in een auto en reden naar een discotheek bij een ander hotel. Daar mochten we eerst niet in, maar nadat een van die mannen aan de achterdeur had staan praten mochten we toch naar binnen. Binnen werden Nederlandse toeristen van hun tafel weggestuurd en mochten wij daar gaan zitten. Er kwam champagne op tafel en we voelden ons speciale gasten. Bij het weggaan werd er niets afgerekend, wat wij best vreemd vonden. Bleek dat die “regelaar” hoofd van de plaatselijke politie was. Hoogstwaarschijnlijk maakten wij hier een staaltje van corruptie mee.
Hoe zagen jouw vakanties en vroeger uit?
Als je als kind niet op kampeervakantie was, dan speelde je op straat. Als het maar even kon, was ik buiten aan het spelen, verstoppertje, tikkertje, steentjes voetbal, karren- en stepracen, pijltjes met opgerolde kranten schieten, tollen, boompje wisselen, stoepranden en ga zo maar door. Spelletjes die je de kinderen nu haast niet meer ziet doen.
Mijn eerste vakantiebaantje duurde twee dagen. Dat was in de Scheveningse haven, in plastic verpakte haringen in een doosje doen. Daar kreeg je 2 cent per stuk voor. Er was veel te veel jeugd aan het werk dus het was duwen en trekken om aan pakjes met haringen te komen. Na twee dagen werd ik nog gematst en kreeg ik 10 gulden uitbetaald. Dat was zelfs in die tijd niet veel geld. Van dat geld heb ik bij V&D een lettertang gekocht, die ik nog jaren heb gebruikt. Later werkte ik na schooltijd en tijdens vakanties bij de poelier in de winkel. Gedurende een paar jaar heb ik daar duizenden kipkroketten staan draaien. Met klanten maakten we leuke dingen mee. Met kerst waren het lange dagen, maar dat maakte niet uit. Met mijn verdiende geld kocht ik een tape-recorder, een Sony TC-252. In mijn vrije uren zat ik daar samen met vrienden vaak mee te rommelen.
Hoe ziet jouw vakantie er tegenwoordig uit?
Het is een variatie van wat ik eerdere jaren heb meegemaakt. Vakantiewerk doe ik niet meer. Samen met mijn vrouw ontdekken wij graag Nederland en andere landen om mensen van en in andere culturen te ontmoeten. We gaan graag op pad zonder al te veel planning. Je maakt altijd wel wat mee als je er voor open staat. Zo belandden we bijvoorbeeld vorig jaar ongepland op een Oktoberfest in Brazilië. Ook kamperen staat nog in de ongebruikte agenda’s. De tent heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een kleine sleurhut waarmee we rondtrekken en het liefste op kleine simpele campings staan. Sportfietsen mee en zo de omgeving verkennen. De zon en wind bepalen waar we heen gaan.