Ontkennende verdachte toch veroordeeld voor huiselijk geweld

“U kunt niet zomaar mensen blijven mishandelen.” Dat zei de Alkmaarse politierechter maandag tegen de 36-jarige H.A. uit Den Helder. De Nieuwedieper moest voorkomen op verdenking van mishandeling van zijn toenmalige echtgenote en een vriend van haar.

Het slachtoffer belde op 10 juli 2024 de politie. A., met wie ze toen nog samenwoonde, had haar tijdens een ruzie bij de keel gegrepen en met zijn nagels in haar keel gekrast. Op zitting vertelde A. dat dit niet zo gebeurd was. Hij zou geprobeerd hebben zijn autosleutels van haar af te pakken. “Ik weet niet hoe de schrammen in haar nek zijn gekomen. Misschien heb ik haar aangeraakt toen ik de sleutels probeerde te pakken.”

Toen het echtpaar inmiddels uit elkaar was, verscheen A. op 7 januari 2025 bij de woning van het slachtoffer. Een vriend van haar zag A. in de tuin staan en deed de deur voor hem open. Hierop trok A. hem de woning uit en volgde een gevecht waarin A. de keel van de man dicht probeerde te knijpen. A. verklaarde zelf dat dit niet was gebeurd en dat hij die avond überhaupt niet bij het huis was geweest.

Autosleutels
Het derde feit vond plaats op 7 februari. Die dag haalde A zijn ex op met de auto en kregen ze ruzie. Volgens het slachtoffer greep hij haar bij de haren en vervolgens bij de keel. Toen de auto tot stilstand kwam, zou hij haar hardhandig de auto in hebben getrokken. A. gaf toe dat hij zijn ex tijdens de ruzie hardhandig had vastgepakt, omdat zij de autosleutels in haar hand had. De rest ontkende hij.

A. hing bovendien ook nog dertig uur taakstraf boven het hoofd van een eerder geweldsincident. Het Openbaar Ministerie (OM) zag alle drie de feiten als bewezen. De officier wees de rechter erop dat in alle drie de gevallen letselfoto’s waren die klopten met de verdenking. Ook was er in twee van de gevallen een getuige. Het OM eiste daarom een gevangenisstraf van tien weken, waarvan zes voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.

Taakstraf
Hoewel A. zelf grotendeels ontkende, zag zijn advocaat de verdenkingen als bewezen. Wel vond hij dat op de dag van de ruzie in de auto alleen de duw bewezen kon worden. Hij verzocht de rechter om A. vijftig uur taakstraf en 21 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met een proeftijd van drie jaar.

De rechter veroordeelde A. tot 1 dag gevangenisstraf en zestig uur taakstraf. De TUL wordt ook uitgevoerd. Daarbij krijgt hij een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaar. “U moet inzien dat dit niet kan en dat u verantwoordelijkheid moet nemen voor uw eigen gedrag”, besloot ze.