Langdurige bouwstop in Janzenstraat leidt tot frustratie (update)
Den Helder – De zoektocht van Lia Netten naar een geschikte woning bleek uitdagend vanwege de stijgende huizenprijzen. Uiteindelijk vond zij een woning aan de Janzenstraat in Den Helder, een straat die deel uitmaakt van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht.
Hoewel de verkopende partij verklaarde dat de woning geen gebreken kende, kwam Netten na de overdracht al snel voor onaangename verrassingen te staan. Het dak bleek ernstige lekkages te vertonen. Omdat het koopcontract juridisch geen ruimte bood om de verkoper aansprakelijk te stellen, zag zij zich genoodzaakt zelf te investeren in een omvangrijke dakrenovatie. Daarbij was zij gebonden aan erfgoedvoorschriften, zoals het gebruik van originele dakpannen passend bij de monumentale status van het pand.
Tijdens een bezoek van drie medewerkers van de gemeente informeerde Netten ook naar herstelmogelijkheden voor de zijmuur van haar woning. Die muur vertoonde aanzienlijke vochtschade, met roestende muurankers en aangetaste voegen. Volgens haar verklaring kreeg zij op dat moment te horen dat voor herstel van de zijmuur geen vergunning vereist was, mits dezelfde voeg en kleur werden gebruikt.
Werkzaamheden
Op basis daarvan liet Netten de werkzaamheden starten. De voegen werden verwijderd, enkele stenen vervangen, en er werd gekozen voor een zogenoemde ‘platte voeg’ – een afwerking die volgens haar in overeenstemming is met het bestaande straatbeeld en ook voorkomt aan de overzijde van de straat. Netten heeft ook een document uit 2000 waarin staat dat de woning is voorzien van een platte voeg.
Kort na de aanvang van de werkzaamheden ontving de gemeente Den Helder echter een klacht van een van de buren vanwege stofoverlast. Hierop werd een bouwstop opgelegd. Volgens de gemeente was voor het herstel aan de zijmuur wél een omgevingsvergunning nodig, onder meer vanwege de monumentale status van het pand.
De regelgeving op dit vlak is recentelijk aangescherpt. Sinds de invoering van de Omgevingswet in 2021 en de inwerkingtreding van het nieuwe omgevingsplan per 1 januari 2024, geldt dat ook herstelwerkzaamheden zoals voegvernieuwing aan gemeentelijke monumenten vergunningsplichtig zijn. Artikel 22.292 van dat plan bepaalt dat wanneer herstel ‘ontsierend’ kan zijn, een vergunning verplicht is. Dit geldt onder meer voor voegwerk, waarbij zowel het voegprofiel, de kleur als de mortelsamenstelling moeten aansluiten bij de oorspronkelijke staat van het gebouw.
Netten kreeg van de gemeente te horen dat de muur hersteld moet worden met een zogenoemde gesneden voeg, die in de gemeentelijke visie historisch correct is. In de directe omgeving is deze voegstijl echter nauwelijks aanwezig; slechts één voorgevel in de straat zou van dit type voeg voorzien zijn. Aan de andere kant van de straat zijn zelfs muren aanwezig die bekleed zijn met hout, waardoor het oorspronkelijke voegwerk niet meer zichtbaar is.
Opvallend is dat volgens Netten ook haar overburen in het verleden met ernstige en zelfs gevaarlijke muurschade te maken kregen. Ook zij herstelden hun zijmuur, eveneens onderdeel van het gemeentelijk monument, met een platte voeg, zonder dat daar destijds een vergunning voor nodig was.
De situatie heeft geleid tot veel frustratie bij Netten. Haar woning staat al meer dan acht weken deels open, met verwijderde voegen en blootliggende muurankers. De bouwstop is inmiddels verlengd met nog eens zes weken. Een aannemer moest eerder al een inspectiegat maken om de staat van de muur en de ankers te beoordelen. De kans op nog meer schade wordt alleen maar groter.
Communicatie
Volgens Netten ontbreekt het aan duidelijke communicatie vanuit de gemeente. Ze geeft aan dat haar contact met verschillende afdelingen stroef verloopt, dat zij veel zelf moet nabellen en dat er geen fysiek bezoek is geweest om de situatie ter plaatse te beoordelen als zijzelf aanwezig is. Het ontbreken van persoonlijk contact en praktische ondersteuning wordt als belastend ervaren. Een opmerking van een gemeentemedewerker, die suggereerde dat Netten een lening kan afsluiten als zij de kosten niet kan dragen, noemt zij onprofessioneel.
Vanuit de gemeente Den Helder wordt gesteld dat vanwege privacybescherming geen uitspraken kunnen worden gedaan over individuele bouwzaken. Wel benadrukt de gemeente dat klachten of bezwaren altijd opnieuw worden onderzocht op juistheid en juridische onderbouwing. Betrokkenen worden volgens protocol schriftelijk op de hoogte gehouden.
Wat de situatie voor Netten bemoeilijkt, is dat er op dit moment geen gemeentelijke subsidieregeling bestaat voor onderhoud of restauratie van gemeentelijke monumenten, zoals voegwerk. Wel bestaan er landelijke en provinciale leningen, zoals via het Nationaal Restauratiefonds (o.a. de Cultuurfondshypotheek en Duurzame Monumenten-lening) en het Noord-Hollands Fonds.
De gemeente heeft Netten wel gewezen op het begrip plaatselijk herstel, dat vergunningvrij kan zijn. Echter, wat dat in de praktijk precies inhoudt, is haar niet duidelijk gemaakt. Ondertussen zijn de vochtplekken en de open muurvakken duidelijk zichtbaar en verstoren zij het straatbeeld.
Voor nu blijft de muur open en het werk ligt stil. De juridische en technische discussie over voegstijlen en monumentale waardes heeft zich vertaald in een persoonlijke strijd, waarbij praktische oplossingen vooralsnog uitblijven.
Update
Naar aanleiding van bovenstaand bericht zijn door raadslid Nancy List (Beter voor Den Helder) inmiddels raadsvragen ingediend. Ze spreekt van “wederom een staaltje ambtenarij die zijn weerga niet kent, met als triest gevolg dat een inwoner met de gebakken peren zit en oplopende onnodige kosten”. Van het college wil List weten hoe het kan dat er blijkbaar verschillende eisen worden gesteld bij monumentale panden. Ze stelt dat inwoners moeten kunnen vertrouwen op de gemeente en dat dit nu niet het geval is. “Kan het zo zijn dat het college deze klacht aangrijpt om de eigen fouten te maskeren? Hoe gaat het college deze inwoonster tegemoet komen?”