Kwetsbare kinderen de dupe van personeelstekorten in het leerlingenvervoer

Hollands Kroon – Ondanks dat de gemeente een wettelijke taak heeft om voor kinderen met een beperking passend vervoer van- en naar school te regelen gaat dit in de praktijk niet altijd goed. Zo bleek donderdagavond tijdens het raadscafé van de gemeenteraad van Hollands Kroon in Den Oever. Jacco Bon en Peter van Baaren, beide vaders van dochters met epilepsie, ervaren dat het voor vervoersbedrijf Noot lastig blijkt voldoende chauffeurs te regelen, wat zorgt voor onveiligheid en onrust. Van Baaren rijdt daarom zelf twee keer per week heen en weer, en toen de chauffeur van Noot ziek was moest hij vijf weken lang iedere dag bijspringen.

Gesprekken met de gemeente en Noot hebben tot dusver nergens toe geleid. Volgens de gemeente voldoet het vervoer van Noot aan de gestelde eisen en vervult zij zelf ook haar wettelijke taak om te zorgen voor passend vervoer naar school. Bon en Van Baaren zijn het daar niet mee eens. Allereerst zijn er tijdens het vervoer geen begeleiders aanwezig, alleen de chauffeur. Dat kan voor onveilige situaties zorgen, zeker bij leerlingen met serieuze medische aandoeningen. Het feit dat er geen begeleiders zijn heeft volgens de vaders ook te maken met de wijze waarop Noot daarmee omgaat.

Zo laten ze appjes zien van het vervoersbedrijf waarin een medewerker wijst op de regels rondom begeleiders. Dat gaat volgens Noot altijd om een vrijwillige functie en wordt ernstig bemoeilijkt omdat er alleen rekening kan worden gehouden met een enkele rit: Een begeleider mag meerijden naar de school, maar krijgt daarna geen lift terug naar huis. Zo wordt het bijna onmogelijk gemaakt om een tweede persoon mee te nemen die alles in goede banen kan leiden. Het college zei kort geleden echter na vragen door de VVD dat het leerlingenvervoer goed geregeld is: Er komen maar weinig klachten binnen.

Extra kwetsbare doelgroep
Dat is te makkelijk, vinden de vaders. Voor de dochters van Bon en Van Baaren is de situatie daarnaast uitzonderlijk. Omdat zij beide last hebben van epilepsie worden zij alleen vervoerd naar school. Dus niet in een busje met andere kinderen, zoals vaak het geval is. Dat is volgens Bon om verschillende redenen belangrijk: “Bij epilepsie zijn er heel veel ’triggers’. Dat kan spanning zijn, of drukte om je heen bijvoorbeeld. Dan is alleen reizen beter. Daarnaast duren de taxiritten een stuk langer als de chauffeur ook allemaal andere leerlingen moet ophalen. Dan moet mijn dochter eerder opstaan en wordt het krijgen van voldoende nachtrust lastiger. Ook vermoeidheid is een belangrijke factor.”

Beide gezinnen zijn veel tijd kwijt aan de zorg voor hun kind. Ze kunnen meerdere epileptische aanvallen per dag krijgen en zijn meerdere keren per maand in ziekenhuizen te vinden. Er is weinig hoop voor verbetering. Over de artsen en de begeleiding op de scholen, gevestigd in Alkmaar en Oudorp, hebben zij enkel goede woorden over. Het is alleen het ritje naar de school waarover grote zorgen bestaan. De chauffeurs van Noot krijgen EHBO cursussen en zouden een training voor levensreddend handelen hebben afgerond, maar ze mogen naar verluid geen medicatie toedienen. Daarnaast heeft de onzekerheid rondom de beschikbaarheid van chauffeurs een negatief effect op de gemoedstoestand van de kinderen.

Ouders moeten noodgedwongen zelf rijden
Nu er steeds meer personeelstekorten zijn merken de leerlingen die in hun eentje vervoerd moeten worden dit misschien nog wel het meest. Zowel bij de dochter van Bon als de dochter van Van Baaren is het vervoersbedrijf Noot de afgelopen periode namelijk op verschillende momenten niet gelukt om geschikt vervoer te regelen. In het geval van Bon werd daarom via de gemeente een particulier taxibedrijf ingehuurd. Dit na aandringen van de vader. Van Baaren brengt zijn dochter zelf twee keer per week naar school, omdat er slechts drie dagen per week een chauffeur beschikbaar is. Toen deze ziek was heeft hij het vijf weken lang dagelijks gedaan. Daarvoor krijgt hij van de gemeente alleen een kilometervergoeding van 19 cent.

“Ik heb een eigen bedrijf, dus ik kan daar flexibel in zijn, maar dat is niet voor iedereen mogelijk. Ik krijg sinds we hierover zijn gaan praten met de gemeente berichten van verschillende ouders met soortgelijke verhalen. Het is heel jammer, want het is een geldkwestie.” De bezorgde ouders zijn van mening dat de gemeente voor deze uitzonderlijke gevallen betere afspraken moet gaan maken met Noot, ook als dat vraagt om extra investeringen. De huidige normen zijn simpelweg onvoldoende: “Het gaat echt niet om wereldschokkende bedragen. Naar schatting zijn er zo’n 11 kinderen in Hollands Kroon met epilepsie die dit vervoer nodig hebben. Die mogen niet tussen wal en schip raken.”

“Help ons alsjeblieft”
Toch beseffen ook Bon en Van Baaren dat je niet zomaar een blik chauffeurs kunt opentrekken. Wel zou er gekeken moeten worden naar manieren om begeleiders te faciliteren. Daarnaast hopen zij dat de gemeente iets kan afspreken over de arbeidsvoorwaarden bij de vervoerders. Op zijn minst moet er geïnvesteerd worden in de voorzieningen in de auto’s, met veiligere stoelen en riemen. Als laatste strohalm opperen ze dat de gemeente onkostenvergoedingen kan betalen aan ouders die zelf voor vervoer willen zorgen. Idealiter zouden de gemeenten uit de Noordkop gezamenlijk onderzoeken of het realiseren van een nieuwe speciaal onderwijsinstelling mogelijk is.

Tot die tijd ligt de hoop bij de gemeenteraad. De vaders hopen dat zij wel iets in beweging kunnen zetten, zodat de rit naar school voor hun dochters niet zo stressvol hoeft te zijn: “Help ons alsjeblieft. Als inwoners van een landelijke gemeente als Hollands Kroon beseffen wij ons heel goed dat we soms langer onderweg zijn, maar de gemeente moet ook beseffen dat ze daarom meer moet investeren in het vervoer van kwetsbare doelgroepen. Het is voor ouders al erg zwaar om te zorgen voor een kind met een beperking. Laat de gemeente dan tenminste dat kleine deeltje, die wettelijke taak van het leerlingenvervoer, goed op zich nemen.”